Een heerlijk Texels winter gerecht met veel Texelse ingrediënten! Met dit recept maakt u flammkuchen met snijbiet, oesterzwam, truffelaardappel en hazelnoten.

Ingrediënten voor 2 flammkuchen

• 500 gram bloem
• 7 gram gist, gedroogde
• 1 deciliter lauwwarm water
• 150 gram truffelaardappel, verkrijgbaar aan de Amaliaweg bij boer Lap
• 150 gram oesterzwammen (steeltjes ontdaan en in plakjes) van De Texelse Paddestoelenkwekerij
• 2 eetlepels olijfolie
• 150 gram snijbiet of spinazie, fijngesneden
• Snufje zwarte peper en zout
• 1,25 deciliter crème fraîche
• 1, 25 deciliter zure room
• 50 gram hazelnoten van Jaap Dros, stalletje aan het begin van de Hallerweg

Bereidingswijze

Verwarm ten eerste de oven op 230 ˚C. Doe de bloem in een kom, voeg zout en het gist toe. Maak een kuil in het midden en doe het warme water daarin. Kneed vervolgens het deeg goed door, maak een gladde bol en bewaar dat in een ruime kom. Dek de kom af met een vochtige doek en zet hem op warme plek in het huis. Laat het deeg één uur rijzen.

Was de truffelaardappelen en kook ze in de schil gedurende 10 tot 15 minuten, niet te gaar want ze gaan nog in de oven en zo behouden ze de mooie kleur. Bak vervolgens de oesterzwammen in olie met een snufje zout. Haal de schil van de truffelaardappel en snijdt ze in kleine blokjes. Stoof daarna de snijbiet in boter. Bak de hazelnoten even kort aan en hak ze fijn en bewaar deze.

Verdeel het gerezen deeg in tweeën (of vieren kan natuurlijk ook). Rol een deel deeg dun uit op een bakplaat met bakpapier. Meng de crème fraîche met de zure room, zout en peper en verdeel dat over het deeg. Garneer de flammkuchen met de paddenstoelen, aardappelen en snijbiet. Zet dit ongeveer 15 minuten in de oven. Doe op het laatst de gehakte hazelnoten erop met nog een beetje olijfolie en grof zeezout.

Geniet ervan!

Meer Texelse recepten